28 mei: hagelavontuur in South Dakota
Op weg naar het chasegebied
De dag begon in het plaatsje Winner (SD). We hadden voor de verandering een motel met wireless internet dus konden we goed de weersverwachting maken. Alles zag er goed uit, maar het vervelende was dat we niet echt konden uitmaken wat de buien zou triggeren. De buien zouden waarschijnlijk wel ontstaan, maar zonder een duidelijke trigger zoals een front, dryline, convergentielijn of lagedrukgebied was het moeilijk om een plaats aan te wijzen waar initiatie van buien zou plaatsvinden. Waar moet je dan heen?
Harald was bestuurder van de dag. We reden van Winner via weg 183 naar het noorden totdat we bij de I-90 aankwamen en in de plaats Presho tankten. Na een misselijkmakend ontbijt bestaande uit tankstation-burgers, kiponderdelen, en andere ingredienten die we niet willen weten, reden we maar een beetje naar het westen op de I-90. We hadden niet echt een idee waar we heen zouden gaan.
Rijdend op de I-90 ontdekten we dat het Badlands National Park niet zo ver naar het westen was en dat we daar best heen zouden kunnen voordat de buien zouden ontstaan. Bovendien, zonder duidelijke synoptische trigger voor buien zouden deze wel eens boven de Black Mountains in het zuidwesten van South Dakota kunnen ontstaan, en dat was dichtbij het park.
We stopten bij een ghost town, maar die viel tegen want er woonden nog mensen - of eigentijdse spoken - er stonden her en der nieuwe auto's geparkeerd.
De ontmoeting in Murdo
In de plaats Murdo stopten we en parkeerden bij een Super 8 motel om gebruik te maken van draadloos internet. We checkten de analysekaarten, satellietfoto's, radar en dergelijke, om te zien of er al convectie was ontstaan. Behalve wat cirrus zagen we geheel niets in het zwerk.
We checkten ook het stormtrack forum waar chasers discussieren, om eventueel daarvan iets te leren. Laat het stomme toeval nu zijn dat daar net een chaser - Verne Carlson - op gepost had, vanuit... de parkeerplaats van de Super 8 in Murdo, SD. !?! - om ons heen kijkend over de lege parkeerplaats, zagen we vrijwel meteen een ietwat verdekt opgestelde personenwagen aan de rand van de parkeerplaats. We reden er even heen, en al voordat we naast de auto gestopt waren grijnsde en zwaaide de man naar ons. We stapten uit, stelden onszelf aan hem en zijn zoon voor, en we hadden een leuke en interessante discussie, die ook bijzonder welkom was. Hij dacht ook dat de buien in het zuidwesten zouden kunnen ontstaan, en wellicht pas na zessen, dus dat gaf ons extra hoop dat we in het goede gebied waren.
Aankomst in de Badlands
Na deze ontmoeting vertrokken we weer en reden naar de Badlands. We kwamen daar rond vier uur 's middags aan. Het park was erg mooi - steile heuvels en pieken die bestaan uit een soort zandsteen en modder, met vele kleuringen. We waren onder de indruk, en blij dat we deze uitstap hadden gemaakt.
Ten westen van ons was al geruime tijd wat cumulus aan het groeien en weer oplossen, dus we hielden dat ondertussen in de gaten. De cumulus werd wel groter maar het schoot niet erg op.
We reden door een groot deel van het park heen met het doel dan te weten welke plaatsen het meeste de moeite waard zouden zijn om bij te stoppen en te fotograferen. Na een mijl of 10 door het park te hebben gereden keerden we om en hielden onze eerste fotografiesessie bij een uitzichtpunt.
We ontdekten een grote cumulus congestus aan de horizon in het zuiden, die goed op weg was om een bui te worden.
We reden weer verder, naar het volgende punt. Inmiddels was de cumulus nu echt een bui geworden; de top was verijsd en er groeide een soort flanking line aan. De cumulus in het westen was niet noemenswaardig groter geworden.
We reden naar een ander uitzichtspunt. Hier was een soort kunsthouten dek gebouwd waar je over uit kon kijken naar een mooi deel van de Badlands. Het leek vanaf hier een soort mini-canyon, alleen niet van rotsen maar van opgedroogde modder.
Je kon ook van het houten dek aflopen en ervoor gaan staan, zodat je echt aan de rand stond. We deden dit dan ook, want dan kun je groothoeklenzen gebruiken zonder dat je platgetrapte aarde en een houten railing voor je in beeld hebt.
Het lensfiasco van Harald
Nu maak ik (Harald) het verhaal persoonlijk om wat kleurrijker uit de doeken te doen wat er vervolgens gebeurde. Bernard en Ben waren inmiddels van de rand voor het houten dek weggelopen; Oscar stond een meter of honderd verder te fotograferen. Ik stond aan die rand, zoals gebruikelijk met mijn fotografiekoffer naast me op de grond en de camera op statief, om goed scherpe foto's te krijgen. Ik gebruikte een groot aantal verschillende lenzen, varierend van 20mm (groothoek) tot 180mm (telelens).
De afgrond was helemaal niet eng om bij te staan, hoewel erg steil; je zou er niet tegenop kunnen klimmen, want de opgedroogde modder was daarvoor te los.
Mijn trouwe Nikon Nikkor 28mm/2.8 lens die ik vaak gebruik voor weerfotografie, moest van de camera af want ik wilde telelensopnamen maken van bergen in de verte. De lens glipte uit mijn hand; na een ijzingwekkende korte stilte hoorde ik een plof. Hij lag NET op de rand van de afgrond!
Mijn hersenen maakten aanstalten mijn handen daarheen te bewegen om hem snel te pakken, maar het mocht niet baten. De lens rolde heel langzaam over de rand. Daar ging hij naar beneden, stuiterend over de modder de afgrond in, een meter of 40 diep. Met een paar droge klappen en stofwolken verdween hij in een stuk gras dat beneden in de modder probeerde te groeien, en wie weet hoever de lens daarna nog naar beneden rolde, want dat kon ik niet meer zien.
Op zo'n moment ben je eerst stil, daarna ga je jezelf inwendig en uitwendig vervloeken. Vervolgens denk je aan hoe duur hij was, en daarna hoeveel je deze lens de rest van de vakantie zult moeten missen. De lens ophalen was zo te zien onmogelijk ook al zou hij terug te vinden zijn - er was nergens een geschikte plaats om de afgrond af te dalen zonder gelijk uit te glijden en - het voorbeeld van de lens volgend - tientallen meters naar beneden te rollen.
Ondertussen was ik ook blij dat het niet mijn Hasselblad was geweest.
Na wat nadenken kwam ik tot de conclusie niet zonder meer de arme lens aan zijn lot over te laten, en tenminste een poging te wagen om hem op te halen, hoe onmogelijk het ook leek. Na de rest van het chaseteam te hebben opgebiecht over mijn stommiteit, pakte ik mijn gps, trok mijn sportschoenen aan, en liep terug naar de plaats des onheils om een waypoint te maken. Vervolgens ging ik een plaats zoeken om af te dalen.
Die plaats vond ik na enige tijd. Daar was de helling "maar" zo'n 30 a 40 graden steil (!). Als een spin maar dan op vier poten ging ik half glijdend, half kruipend naar beneden. Ik probeerde mij niet teveel zorgen te maken over hoe ik weer naar boven zou komen, en of de diepe gaten in de modder waar ik af en toe inzakte slangen en dergelijke zouden bevatten. Ik had ook een oorontsteking, die mijn conditie niet ten goede kwam.
Het kostte een minuut of 10 voordat ik de plaats had bereikt waar de lens was gevallen. Na enig zoeken vond ik hem zowaar. Gelukkig was hij niet in een van de vele diepe gaten in de modder gevallen. Ik ben toen langs dezelfde weg teruggegaan; dat kostte nog een minuut of 15. De klimpartij terug die helling op was behoorlijk zwaar en uitputtend. Ik kwam volledig uitgeteld weer boven bij de rand, terwijl de anderen mijn geploeter fotografeerden. Na een schoonmaakbeurt zag de lens er weer uit zoals eerst; vreemd genoeg is het glas helemaal niet gekrast.
De squall
Harald ging weer achter het stuur, doodmoe, vol met schrammen, en druipend van het zweet. We reden weer verder. De bui ten zuiden van ons leek nergens meer op, behalve wat cirrus spissatus. We gingen weer op een ander punt de Badlands fotograferen.
De zon stond al laag, en het licht was mooi. We merkten ineens een donkere band bewolking aan de westelijke horizon op, waar de zon bijna achter verdween. Ah, DAAR was het echte werk! Een voltallige squallijn racete onze kant op, zich uitstrekkend van zuid naar noord!
We fotografeerden nog wat, en reden iets verder om een mooi uitzicht op de squall te hebben, waar inmiddels bliksems in te zien waren, en ook een vage shelfcloud (wolkenkraag).
We gingen staan bij een mooi uitzicht op het westen. Het was daar dat we de mooiste foto's van vandaag maakten. Een prachtig mooi gevormde shelfcloud met daarvoor wat turbulente bewolking bij het aambeeld werd continu door bliksemontladingen opgelicht. De lijn kwam wel met behoorlijke snelheid op ons af, en het duurde niet lang voordat we ons middenin een bliksemse boel bevonden met felle flitsen overal om ons heen. De bus in!
Nu telde nog maar een ding, en dat was te proberen de squall voor te blijven. Nu is dat altijd zeer lastig te doen, want een squall beweegt zich sneller dan de stroming - het is een zichzelf voortplaatsende golf van updraft gevolgd door downdraft. Het duurde dan ook maar enkele minuten voordat we door krachtige windstoten en striemende regen overvallen werden. We waren nog op het kronkelige 35mph weggetje in het national park, dus we schoten niet erg op.
Een minuut of 10 later kwamen we wel op de I-90 interstate aan, en konden recht naar het oosten rijden met 75 mph. Dat was wel lastig, want de regen maakte het zicht vaak erg slecht en er waren af en toe zware windstoten.
De hagel
Na een minuut of 10 ploeteren door de downdraft van de squall kondigde de hagel zich aan met scherpe tikken op het dak van de auto. Het waren kleine stenen, gelukkig.
Uhmm, de stenen werden wel iets groter.
Van het een op het andere moment veranderde de snelweg in een hel van tot 2 cm grote hagelstenen die met oorverdovend lawaai op het wegdek en de auto donderden. Elkaar verstaan werd zelfs met schreeuwen onmogelijk. We deden de zonnekappen boven de voorruit maar naar beneden om minder kans op rondvliegend glas te hebben mocht de voorruit het begeven.
Harald tuurde met verbeten gezicht door de voorruit terwijl Oscar hem in zijn ontstoken oor schreeuwde te stoppen. Na 4 pogingen verstond Harald het, en we stopten dus maar, rijden was toch vrijwel onmogelijk.
De antenne (met magnetische voet) voor het draadloos internet werd door de hagel van het dak van de bus afgeslagen, maar we merkten pas veel later dat hij aan de zijkant van de auto bungelde.
Gelukkig werd de hagel niet groter. Evensnel als dat we de hagelcore in waren gereden, hield de hagel weer op, en konden we verder rijden. Ondertussen regende het nog steeds keihard, en rijden was zeer moeilijk.
We kregen welgeteld 4 van die hagelavonturen, en moesten ook op een gegeven moment over een stuk snelweg rijden waar reeds hagel gevallen was - tot een laag van 5 cm dik, waar we heel langzaam overheen moesten rijden om niet uit te glijden. Het was trouwens ook niet te zien waar de kanten van de snelweg waren.
De squall uit
Het was pas na een mijl of 70 rijden dat we eindelijk de squall aan de voorkant uitreden. We konden bij het plaatsje Presho weer afslaan op de 183 zuid, en stelden onszelf op om weer bliksem te fotograferen.
Met ijzingwekkende snelheid kwam de squall weer op ons af, en je kon er de krant bij lezen. Het systeem lichtte aan een stuk door op zonder onderbrekingen. Harald's timelapse liet later zien dat een soort van roterende rolwolk aan het aardoppervlak voor de squall uit kwam rollen.
Bliksem fotograferen was vrijwel onmogelijk, want alles was binnenin de buienwolken. Er waren slechts enkele kleine wolk-aarde ontladingen onder een soort uitzakking van de shelfcloud, in de verte.
Daar kwam de squall weer aan. Het gustfront greep ons zonder veel aankondiging; Harald's statief met zijn D100 die de timelapse maakte, smakte tegen het asfalt, en zijn andere statief met filmcamera viel ook om. Gelukkig had niemand van ons schade. We werden gezandstraald en bijna omver geblazen. Gelukkig hadden we de bus van te voren alvast richting de squall geparkeerd.
We reden weer terug naar het noorden om onder het viaduct van de interstate te gaan staan om de hagel weer op te wachten, maar daar aangekomen veranderden we van gedachten en reden weer terug naar het zuiden om de bui mogelijkerwijs van de zuidkant te fotograferen.
De squall reikte net zover zuid tot het punt waar wij net reden, en het systeem schampte ons. We reden door tot het plaatsje Winner, waar we gisteren reeds overnacht hadden. Dit keer kregen we riantere kamers voor dezelfde prijs.
Oscar en Harald trokken er hierna nog op uit om sprites boven de squall te zien, die inmiddels wel 100 km ten noord-noordoosten van ons was, maar lage bewolking belette een goed uitzicht.
De totale chase van vandaag was 334 mijl.
2 Comments:
Hallo,
Wow wat een geweldige foto's!! Erg mooi, de combinatie blauw/roze en natuurlijk de bliksemfoto's :)
Ik mis alleen de foto's van Haralds red-de-lens avontuur!!! :D
Groetjes,
Hanneke
Ha Hullie,
mooie verslagen, gave foto's. Prettige laatste dagen nog en de groeten uit Groningen!
Cichlasoma Meeki
Een reactie posten
<< Home